Soms moet je een boek even laten bezinken voordat je er een recensie aan kunt wijden. De jacht op de Führer van Michiel Janzen is zo?n boek. Het is niet zijn eerste verhaal over Adolf Hitler, eerder verscheen Hitlers geheime Ardennencommando, een historische thriller waarbij hij feiten vermengt met fictie. Deze combinatie pakt bijzonder goed uit. Otto Skorzeny haalde in het eerste deel een huzarenstuk uit door Benito Mussolini te bevrijden uit zijn ballingschap in de Italiaanse bergen. Dit heeft hoge ogen gegooid bij Hitler en Skorzeny wordt ontboden in de bunker onder de Rijkskandelarij in Berlijn. Het zijn de laatste maanden voor het einde van de Tweede Wereldoorlog, de Russen rukken op en de geallieerden komen ook steeds dichterbij. In de bunker heerst een gevoel van gelatenheid en een ieder probeert zijn eigen hachje te redden. Otto Skorzeny krijgt een speciale opdracht van Hitlers secretaris, Martin Borman. Tegelijkertijd spelen er twee andere verhaallijnen. Theodor Ernst Freiherr von Setz voert een missie uit voor de Engelse M16. Het is een jongeman uit Zuidwest Afrika met enigszins Asperger trekken die als spion op weg gaat naar Berlijn. Uit Moskou vertrekt een bont gezelschap onder leiding van Yuri Durov, het is wel duidelijk dat Berlijn en een man met een snor de gemene deler is. Michiel Janzen vertelt beurtelings vanuit deze drie perspectieven in korte hoofdstukken. In het begin is het lastig om alle rangen en standen te onderscheiden maar als je daar eenmaal aan gewend bent leest het verhaal vlot. De verhaallijn in de bunker komt het dichtst bij de historische feiten, de andere twee verhaallijnen geven kleur aan deze thriller. Het verhaal is realistisch en beeldend opgeschreven, het kost geen moeite om je aandacht erbij te houden. De plot is mooi opgebouwd, het einde komt abrupt maar er schijnt nog een deel in de pen te zitten. Een fijn vooruitzicht! Deze fijne leeservaring is voor mij 4 sterren waard ****