Beoordeling:  

Dit artikel kan helaas niet besteld worden.

De vrouw in de kooi

Jussi Adler-Olsen

prijs: € 10.00

382 pagina's, Paperback

ISBN: 9789044615975


Dit boek is vervangen door ISBN 9789044622676. U kunt op de ISBN klikken om naar de pagina van dat boek te gaan.

Over het boek

Op een prachtige winterdag verdwijnt de jonge linkse politica Merete Lynggaard zonder een spoor achter te laten. De media duiken op het verhaal en suggereren van alles: van moord en zelfmoord tot een geplande vrijwillige verdwijning. De politie wordt gesommeerd de verdwijning grootscheeps te onderzoeken, maar Merete is van de aardbodem verdwenen.
Brigadier Carl Mørck, hoofd van de afdeling ‘onopgeloste zaken’ q, forceert na enkele jaren een grote doorbraak in het onderzoek. Samen met zijn assistent Assad is hij een roekeloze crimineel op het spoor die wordt gedreven door haat. Wraak blijkt een cruciale factor in de krankzinnige plot.

Jussi Adler-Olsens Serie q-boeken worden stuk voor stuk internationaal enthousiast ontvangen en bereiken allemaal de bestsellerstatus. Deel 1, 2 en 3 verdreven zelfs de delen van de Millennium-trilogie van Stieg Larsson van de topdrieposities in Denemarken. De vrouw in de kooi is het eerste deel in de Serie q.

‘Een briljante misdaadthriller die je in één ruk uitleest en waardoor je direct verlangt naar een nieuw deel.’
jyllands-posten

‘Origineel en succesvol.’
politiken

‘In dit boek komen een moordende druk op de hoofdfiguur en een dramatische race tegen de klok samen met een anarchistisch gevoel voor humor, dat ervoor zorgt dat Adler-Olsens helden en schurken steeds weer voorzien zijn van een geloofwaardig menselijk karakter.’
der spiegel
TitelDe vrouw in de kooi
Auteur(s)Jussi Adler-Olsen
Vertaler(s)Kor de Vries
ISBN9789044615975
Is vervangen door ISBN9789044622676
Afmetingen213x137x32 mm
Aantal pagina's382
UitgeverPrometheus
TaalNederlands; Vlaams
LevertijdOnbekend
Prijs€ 10.00
BindwijzePaperback
Gewicht479 gram

  Spannend deel 1 van een nieuwe serie

Geschreven op maandag 28 juni 2010 door Lillian Horward

Brigadier Carl Morck komt nadat hij gewond was geraakt bij een aktie, waarbij een collega het leven liet en een ander verlamd is geraakt, terug in aktieve dienst. Hij is echter het type dat de korpsleiding liever niet ziet in een leidinggevende positie omdat hij niet altijd even goed met zijn collega's kan omgaan. Zijn superieuren zien hun kans schoon om hem op een zijspoor te zetten en zelf veel geld voor de politie op te strijken. Carl wordt hoofd van de nieuwe afdeling Q. Deze afdeling moet onopgeloste misdrijven gaan aanpakken en ze hopen natuurlijk dat hij er niets van gaat maken. Hij kijgt een kantoor in de kelder en een hulpkracht: Assad, een Syriër, die politiek asiel heeft gekregen in Denemarken. Assad speelt een mooie bijrol en het is onduidelijk wat zijn verleden is.

Carl bijt zich vast in de eerste zaak: een linkse politica is vijf jaar geleden verdwenen en sindsdien heeft niemand meer iets van haar gehoord. Al snel is het duidelijk dat het politie-onderzoek niet goed is geweest en vele hiaten vertoond. Carl laat echter niet los en onderzoekt minitieusen stukje voor stukje de zaak om naar de oplossing te komen. Was het een politieke daad of toch niet? Een goed opgezette thriller die blijft boeien en goed naar het einde toewerkt. Dat einde is wel mijn enige minpunt: het is wel erg toevallig wat Carl op het laatste moment vindt! Het boek had dan iets dikker moeten zijn om dat wat beter uit te werken maar als de volgende delen dit niveau vast weet te houden hebben we er ongetwijfeld een goede serie bij!

Voeg een recensie toe »

   

Geschreven op vrijdag 9 juli 2010 door Jos van Cann

Interview Jussie Adler-Olsen:

"Mijn boeken moeten als een film zijn"


 Iedere Scandinavische misdaadauteur wordt door zijn uitgever weggezet als de opvolger van Stieg Larsson. Als er één daar echt aanspraak op kan maken is het echter de Deen JussiAdler-Olsen. Het derde boek (het nog te verschijnen Flessenpost) uit zijn Q heeft namelijk de Glazen Sleutel gewonnen, de prijs van het Scandinavisce Thrillerfgenootschap die Stig Larsson in 2006 en 2008 in de wacht sleepte.
De vrouw in de kooi en De fazantenmoordenaars, deel 1 en 2 van de serie, zijn nu verschenen. Tijd voor een gesprek met Jussi Adler-Olsen.

Adler-Olsen (1950), statisticus van opleiding, is zijn leven lang bezig met verhalen: “Ik heb van alles gedaan: heb stripwinkels gehad, heb leiding gegeven aan de Deense Vredesbeweging, heb diverse functies in een uitgeverij gehad en veel over film geschreven. Zo schrijf ik ook: ik denk in film, in plaatjes. Mijn boeken moeten een film voor de lezer zijn.
Dat ik iets had met verhalen ontdekte ik als scout. Met een vriend zat ik een week in een achter meter hoge boomhut. We verveelden ons te pletter en om de tijd te doden vertelden we elkaar verhalen. Toen wist ik dat het vertellen in me had.”

Na een aantal uiteenlopende baantjes ging Adler-Olsen werken bij een uitgeverij. “Ik hou ervan mezelf uit te dagen. Dus toen de vraag kwam of ik een van mijn ideeën voor een verhaal niet zelf uit wilde werken in een boek, nam ik die uitdaging aan. Van mijn vrouw kreeg ik vijf jaar om mijn schrijverschap te bewijzen. Dat leverde in 1997 Het alfabethuis op, een internationale, groots opgezette thriller. Die echter over de hele wereld zeer succesvol was. Daar had ik geluk mee.”

Er volgen nog een drietal thrillers, “verhalen in cinemascoop” zoals hij ze zelf noemt: Washington Decrete (2006); Firmaknuseren (2003, niet vertaald) en De bedrijfsterrorist (2002). Het zijn boeken die in het verlengde liggen van de inspiratiebronnen van Jussi Adler-Olsen: de grote verhalen van Frederick Forsyth, Alistair McLean, maar ook boeken als De graaf Monte Christo.
Uiteraard las de Deen de klassiekers als Christie, Chandler, Ira Levin en Sjowahl en Wahloo. “Van hen leerde ik het klappen van de zweep: dialogen, het tempo, de techniek en het koppelen van harde en zachte componenten in het verhaal. Dat probeer ik zo te vertellen dat de lezer de ontbrekende stem in het verhaal wordt, dat hij of zij er als het ware in wordt gezogen en een rol speelt. Suspense en cliff-hangers – en de dosering ervan – spelen daarbij een voorname rol. Suspense krijg je door duidelijk vanuit één standpunt te vertellen, terwijl de lezer iets meer weet dan je hoofdpersoon. En dat goed verdelen, natuurlijk.”

In 2006 komt Adler Olsen in contact met een Deense filmproducent die de thriller-film nieuwe leven wil inblazen met een Deense versie van Sjowall en Wahlloo verfilmingen. “Hij wilde geen standaard thrillers gaan maken”, vertelt hij. “Mijn boeken verfilmen bleek echter te duur en de verhalen die nog achter de hand had ook: als er in een verhaal een tanker ontploft dan moet dat in de film ook echt gebeuren. Dat is te duur natuurlijk, maar als ik mijn boeken schrijf kost zo’n ontploffing in mijn hoofd echter niets. Maar ik wilde ook iets nieuws. Ideeën werk ik meestal uit in een synopsis, verhalen zat dus. Daaruit putte ik ook voor de opzet van de Serie Q. Dat is een speciale politie-afdeling waar men cold cases nog eens onder het licht houdt, zoiets had ik nog niet eerder gezien. Ook de bezetting bestaat uit twee nogal karakteristieke hoofdpersonen. Carl Mørck is een begaafde, onorthodoxe rechercheur die op een zijspoor is gezet en in een sombere kelder een assistent krijgt in de persoon van Assad, een gevluchte Syriër. Die combinatie sloeg enorm aan in Denemarken, want Denen willen zich graag in een verhaal aan iemand vastklampen. Nou dat kon en bovendien houden zo ook van fijne humor. Ook dat zit met deze twee hoofdpersonen wel goed.”

H
et eerste deel, De vrouw in de kooi, gaat over de verdwijning van een politica. Geen standaard moord-verhaal of kidnapping die ook al een paar jaar geleden plaats vond maar nooit werd opgelost. Ook het lichaam van de vrouw werd nooit gevonden. Carl en Assad bijten zich vast in deze (c)old case. Teveel vertellen verraadt de plot, maar Adler Olsen treft precies de goede toon (humor maakt vaak meer kapot plot kan goedmaken, maar niet in dit geval), het verhaal zit prima in elkaar met een mooie balans van spanning, plot en voldoende aandacht voor de diepgang van de personages. Een absolute aanrader.

Maar met de Serie Q wil Adler-Olsen meer: “Denemarken is politiek verdeeld, net zoals Nederland tegenwoordig twee kampen telt. Ik wil die groepen bij elkaar brengen en met deze verhalen begrip voor elkaar kweken. Dat kan met deze personages en deze setting. De zaken die ik kan gebruiken liggen voor het oprapen en duidelijk ook in het verlengde van de actualiteit.” Met veel empathie, voor daders en slachtoffers, slaagt hij daar geweldig in.
"Ik hou er erg van om aandacht te schenken aan het verhaal àchter het verhaal. Dat geeft meerwaarde. Zoals bij Assad. Het feit dat hij uit het Midden-Oosten komt, geeft mij indirect de gelegenheid de lezer in te wijden in de wereld van de vluchteling, een wereld die velen niet kennen.”

Het blijft echter een niet voor de hand liggend personage. Niet voor Adler Olsen: “Mijn vader was psychiater dus ik ben opgegroeid met een psychiatrisch ziekenhuis in de tuin. Van jongs af aan hou daarom misschien ook van mensen die afwijken, die niet gemiddeld zijn. De dualiteit in de karakters van psychiatrische patiënten boeit me nog altijd mateloos.”

De hamvraag is natuurlijk: blijft de Deen na het succesvolle derde deel (het nog te verschijnen Flessenpost) alleen deze serie voortzetten. “Neen. Ik streef naar één Q-boek per jaar dat je eigenlijk ook op zichzelf moet kunnen lezen. Tegelijkertijd doe ik research voor nieuwe op zichzelf staande thrillers, waarvan de eerstvolgende in 2011 verschijnt. Die afwisseling gun ik mezelf en houdt me fris en bij de les.”

De Maand van het Spannende Boek 2010 stond in het teken van Mørd en dødslag ofwel de Scandinavische thriller. Ook aan Adler Olsen de vraag: waarom zijn deze noordelijke thrillers zo populair? “Wij Scandinaviërs worden toch een beetje als exotisch gezien”, verklaart hij lachend. “Maar de laatste tweehonderd jaar is het hier ’s winters koud en donker terwijl we toch een behoorlijke doses humor beschikken. In die lange winters hebben we geleerd elkaar verhalen te vertellen. Dat is ons met de paplepel ingegoten. Daar plukken wij schrijvers de vruchten van.” En wij als lezer natuurlijk ook.

Jos van Cann