Joep Duvalier, een veertigjarige psycholoog probeert een eigen praktijk op te starten in het hedendaagse Amsterdam. Waarom wordt niet verteld in het boek. De clienten druppelen langzaam de praktijk binnen waaronder de raadselachtige Maja de Ridder, een dertigjarige adembenemende vrouw met een vaag verhaal. Joep gaat een meer dan gezonde relatie aan met Maja waarbij hij de grenzen van zijn beroepscode grof overtreedt.

De echtgenoot van Maja zit in de vastgoedwereld en het gaat niet goed met de zaken. Maja vertelt aan Joep dat ze mishandeld wordt door haar man. Het lijkt erop dat Maja een dubbele agenda erop nahoudt. Maja zoekt hem steeds vaker op, Joep komt daardoor in grote problemen.

We belanden dan in het criminele afrekeningcircuit waarbij Joep niet gespaard wordt, voor hem lopen werkelijkheid en waanzin in elkaar over. Paranoia is de grote angst van Joep. Heeft zijn vader een genetische erfenis achtergelaten?

Het boek begint met een kat en muisspel tussen Joep en Maja en gaat dan langzaam over in een wereld van actie en afrekening. In zijn vrije tijd is Joep een bezoeker van kroegen waar hij de nodige alcoholische drankjes achterover slaat. Wat uiteindelijk de rol is van Maja blijft eveneens als haar vraagstelling een wazig gegeven. Joep laat zich gemakkelijk om de tuin leiden…

Dit is inmiddels de vierde thriller van Joost Heyink en het is een lekker vlot boek om te lezen. We volgen Joep tijdens zijn sessies met de andere cliënten, hij deelt met de lezer de cafébezoeken en zijn ietwat moeizame liefdesleven. Dit alles met een vleugje humor en zelfspot. Ingrediënten die prima te pruimen zijn. Geen zinderende spanning maar aangenaam leesvoer