Na zes thrillers over de Londense inspecteur Erika Foster introduceert de Brit Bryndza een nieuwe reeks policiers. Nu met de hoofdrol voor voormalig rechercheur Kate Marshall en haar assistent Tristan Harper. Beiden werken aan de universiteit van Ashdean, waar Marshall criminologie doceert. Zestien jaar geleden was ze nog een veelbelovende jonge rechercheur tot ze de opdracht kreeg een seriemoordenaar op te sporen. Maar hij vond haar eerst. Kate’s carrière eindigde in een schandaal en ze bleef getraumatiseerd en ontslagen achter.

Jaren later worstelt ze nog steeds met de gevolgen als ze de kans krijgt haar verleden recht te zetten. Er lijkt een copycat-moordenaar actief die het afgrijselijke werk van zijn idool voortzet. Kate wordt opnieuw de verwrongen geest in getrokken van een moordenaar die ze maar al te goed kent. Deze opvolger lijkt vast van plan om het werk nu af te maken.

Geen sinecure
Op een of andere manier slaagt Bryndza erin met zijn personage Kate Marshall de lezer te doen denken aan Helen Grace van de Britse auteur M.J. Arlidge. Een dat is geen sinecure. Ook Marshall is getraumatiseerd en heeft haar eigenaardigheden, die hij goed weet te gebruiken, zonder dat het ten koste gaat van het verhaal. Dat kent een prima plot en opbouw en wordt met vaart verteld. Een sterk begin van wat een mooie serie kan worden.